Ik zocht een zwembroek. Drie keer was ik al door de hele winkel gelopen. Stapels kleren had ik gezien, maar ik kon geen zwembroek vinden. Tenminste niet de zwembroek die ik zocht. Een korte, een strakke, een Speedo-achtige. Ja, een bermuda hadden ze wel. Zo’n enorme tent tot op je knieën. Waar je de nog uren die natte kledder om je bovenbenen voelt nadat je een duik hebt genomen. Ik zocht een sportieve zwembroek. Om echt mee te zwemmen. Om baantjes mee te trekken door het kanaal. Het is immers nog steeds dertig graden buiten.
Uiteindelijk de winkeljuf gevraagd. Ja hoor, zo’n zwembroek hadden ze wel. Uit een stapel kinderbroekjes op een onderste plank kwam een grijze zwembroek te voorschijn. Niet mijn kleur, wel mijn maat. En mijn soort. Een echte zwembroek. Toen ik bij de kassa kwam werden net de mutsen en dassen uitgepakt. In de planning houden ze geen rekening met hoe warm het is. Ik ga lekker zwemmen vanmiddag.