Veranderen

De programmacommissie heeft me gevraagd een presentatie te verzorgen op onze jaarlijkse conferentie. Ik mag dan zo’n 1000 deelnemers toespreken. Twee keer heb ik nee gezegd (“geen tijd”, of eigenlijk “te spannend”), maar de derde keer ben ik toch akkoord gegaan. Uitdagingen moet je grijpen.
Ik denk nog na over het onderwerp, maar het wordt iets met verandering. Bijvoorbeeld hoe kunnen GIS-organisaties succesvol omgaan met veranderingen?
Ik ben me nu op allerlei manieren aan het voorbereiden op het verhaal. Informatie verzamelen, boeken lezen, mensen spreken.
Ik kwam een interessant lijstje tegen van Jaap Boonstra met dingen die niet helpen als organisaties willen veranderen: de urgentie te veel benadrukken (werkt verlammend), externe adviseurs inhuren (kan de eigen leiding het niet?), pasklare oplossingen van bovenaf opleggen (dood de creativiteit), iets een cultuurverandering noemen (neemt mensen hun zekerheid en identiteit af), mensen met weerstand te veel aandacht geven (richt je juist op de gemotiveerden).
Ik snap nu beter waarom mijn vorige werkgever al bezig was met de organisatieverandering toen ik er startte en er er drie jaar later toen ik vertrok nog niet veel was veranderd.

Zuidas

De Amsterdamse Zuidas spreekt tot de verbeelding. Luxe, glimmende kantoren, rijke advocaten en lang en laat werken. Dat is ambitie.
De media werken graag mee aan het stereotype Zuidasbeeld. Ik herinner me een verhaal over de Vrijmibo, waar dames uit de provincie onbeschaamd hun geluk beproeven op de Zuidas.
Op hun website Zo Zuidas geven de schrijvers Karima O’Flynn-Belgacem, Rolinde Hoorntje en Maria Guldenaar een inkijkje in het leven van de Zuidas. Zij schreven ook het scenario voor de serie Zuidas van de NPO.
Gisteren zag ik de laatste aflevering. Jammer dat het afgelopen is, want ik genoot er van. De carrièredrang van jonge advocaten, de slimme argumenten voor het winnen van een zaak, het gedraai en gekonkel op kantoor, het overmatige drankgebruik en natuurlijk de nodige kantoorromantiek.
De serie laat mooi zien dat het nog niet zo makkelijk is om te bepalen wat goed en slecht is. Zeker niet als je Zuidas-ambitie hebt.

Andromache

We hadden kaartjes gekregen voor de voorstelling Andromache van de Toneelschuur in Hengelo. Ik ken Hengelo niet, maar wat ik zag van de stad gaf me een beklemmend gevoel. Somber en saai.
Dit was ook mijn gevoel tijdens het eerste half uur van de voorstelling. Andromache is een Griekse tragedie die gaat over vier mensen die de onmogelijke liefde van een ander willen. Ze kiezen voor moord als ze beseffen dat ze de liefde niet krijgen.
De teksten in het stuk bleven heel dicht bij de klassieke vorm en waren moeilijk te volgen. Het riep bij mij zoveel weerstand op dat ik om me heen keek hoe ik kon ontsnappen.
Na een tijdje pakte het verhaal me gelukkig. De acteurs kwamen los van hun formele teksten en toonden meer emotie.
De hele zaal zat vol vierdejaars gymnasiasten. Die hadden het ook zichtbaar moeilijk met het stuk. Ze konden gelukkig wel heel hart lachen om de sommige geweldsscènes en een hartstochtelijke kus.

Club Guy & Roni

Ik heb op het Weekend Break Festival in Groningen de voorstelling Fassbinder gezien van Club Guy & Roni.
De brochure gaf aan dat het ging om een ode aan de kleinmenselijkheid binnen de utopie van het mens-zijn. Helemaal begrijpen deed ik deze uitleg niet en ook het verhaal vond ik ingewikkeld. Het was een aaneenschakeling van scenes over de zwaarte van het leven en de zoektocht naar de liefde.
De uitvoering vond ik subliem. De combinatie van dans, zang en toneel werkte fantastisch. Het versterkte de dramatische en humoristische effecten van bepaalde scenes. Zeer onder de indruk was ik van de dansers. Ik heb onvoorstelbare houdingen gezien. De voorstelling was in één woord geweldig. En dat zeg ik natuurlijk echt niet omdat mijn lieve zoon Tim als acteur in het stuk schitterde.
De rest van de avond was ook superleuk. Met nog meer theater, muziek en als klap op de vuurpijl lekker dansen in de bovenzaal van het mooie Grand Theater.

Haiku

Kenmerk van de #150MAX-blog is snelheid. Jij kan de tekstjes snel lezen en ik kan ze snel schrijven. Dat is aantrekkelijk.
De vorige tekst heb ik geschreven terwijl ik moest wachten op een vertraagde trein. In plaats van een gefrustreerd, kreeg ik juist een voldaan gevoel.
De tip voor de 150 woorden kreeg ik van Remco Takken van GIS Magazine. Remco vertelde mij dat hij vroeger voor JazzNu recensies schreef die niet meer dan 150 woorden mochten zijn. Hij maakte er een uitdaging van om precies 150 woorden te gebruiken. Geen woord meer of minder. Dit lukt mij helaas nog niet.
Remco tipte mij over de haiku, ook een tekst met een overzichtelijke lengte en snel te lezen. De haiku is een niet-rijmend gedicht bestaande uit 3 regels van 5-7-5 lettergrepen. De oorsprong ligt in Japan. De haiku is een vingerhoed vol emotie, waarin weinig ruimte is voor benaderende omschrijvingen. Echt leuk om te maken. Een voorbeeld:
Het zandpad loopt door
Ik duik het dichte bos in
Lekker verdwalen