Onvoorspelbaar

Er waren twee rivaliserende tempels. De priesters van beide tempels haatten elkaar zo, dat ze hun volgelingen opriepen nooit naar de andere tempel te kijken. Elk van de priesters had een hulpje. De priester van de ene tempel zei tegen de dienaar: “Praat nooit met de jongen daarginds. Hij is gevaarlijk.”
Maar jongens zijn jongens. Op een dag ontmoetten ze elkaar en de ene jongen vroeg aan de ander: “Waar ga je naar toe?”
De ander zei: “Waar de wind me naartoe neemt.” Een mooie diepzinnige uitspraak. Maar de ene jongen was beledigd. Hoe moest hij daarop antwoorden? Hij was boos. Zijn meester had gelijk. Wat is dit voor antwoord? Die jongen heeft mij vernederd.
Hij ging naar zijn meester en vertelde over het voorval. “U had gelijk. Die mensen zijn gevaarlijk.” De meester gaf hem advies: “Ga morgen naar dezelfde plek en stel dezelfde vraag. Als de jongen hetzelfde zegt, dan antwoord jij filosofisch ‘En als je dan geen benen hebt?’.”
Volledig voorbereid ging de jongen de volgende dag op pad en weer kwam hij de andere jongen tegen. “Waar ga jij naar toe?” vroeg hij en wachtte. De jongen zei: “Ik ga groenten halen op de markt.”

De uitdaging

In oude tijden, toen God nog over de aarde wandelde, kwam hij een een boer tegen. “Leuk hoor, die schepping,” zei de boer tegen God, “maar je kunt wel zien dat je geen boer bent. Want dan zou het wel beter gaan met het graan op het land.”
God wilde graag weten hoe het dan had gemoeten en vroeg de boer naar zijn ideeën over het weer. De boer wist het wel. Geen stormen, geen hagelbuien, geen hittegolven. Gewoon zo nu en dan een warm zonnetje en een beetje regen, dan kwam alles precies goed.
God volgde zijn advies. Het graan groeide huizenhoog, maar toen er geoogst werd, bleken de aren leeg. Er zaten geen graankorrels in.
De boer was verbijsterd. Wat was er misgegaan?
“Er was geen uitdaging,” zei God. “Geen conflict en geen wrijving. Daardoor bleef het graan steriel. Storm en regen en donder en bliksem schudden de ziel van het graan op.”
Uitdaging en worsteling zijn essentieel voor het leven.

De houthakker

Er was een koning die nieuwsgierig was naar wat er in het klooster gebeurde. Hij vroeg overal: “Wie is de beroemdste Meester?” Hij ontdekte dat dit Nan-in was. De koning wilde Nan-in wel eens ontmoeten en toen hij het klooster inging, ontmoette hij een houthakker. Hij vroeg heM: “Waar kan ik Meester Nan-in vinden?”
De houthakker dacht even na en antwoordde: “Op dit moment kunt u hem niet vinden.”
De koning zei: “Waarom kan ik hem niet vinden? Begrijpt u wel hoe belangrijk ik ben?”
“Dat is niet van belang. Wie u ook bent, u zult hem niet vinden.”
“Is hij de deur uit?” vroeg de koning.
“Nee hoor, hij is binnen” antwoordde de houthakker.
“Is hij dan bezig met een ceremonie of zo iets?” vroeg de koning.
De man zei: “Hij is op dit moment voor uw neus aan het hout hakken. Als ik hout hak, ben ik een houthakker.”
De koning begreep er niets van “Meester Nan-in die aan het hakken is?”
Het werd winter en de koning bezocht weer het klooster. Daar zag hij Meester Nan-in. Hij leek op de houthakker. De koning vroeg “Bent u dezelfde man die hout hakte?”
De man zei: “Nu ben ik Meester Nan-in. Ik ben niet dezelfde man. De situatie is veranderd.” De koning was volledige verward. Hij ging terug naar het hof. “Die man is volslagen krankzinnig.” zei de koning tegen zijn naasten.
Een van de mannen aan het hof antwoordde: “U hebt de essentie gemist. Als de man hout hakt gaat hij daar helemaal in op.. Er is dan niets wat kan beweren dat hij Meester Nan-in is. Hij is alleen maar houthakker.”