In het AD omschrijft Henny Vrienten hoe hij een liedje maakt. Hij zoekt rust en concentratie, “zet het raam open, wacht op wat er voorbijvliegt en pakt dan het goeie.” Wat er precies in zijn hersenen gebeurt, daar heeft hij geen idee van.
Gelukkig heeft Erik Scherder de verklaring. “Henny komt terecht in het default mode network. Je bent daarbij nergens specifiek mee bezig en niet gericht op gebeurtenissen om je heen. Dat is hét moment voor creativiteit. Je moet daarbij wel flexibel zijn. Creativiteit is het continue wegremmen van mindere ideeën en ontremmen van een beter idee.”
Daarnaast speelt ook het proces van propinquity. “Je denkt na over iets, struint door eerder in je hersenen opgeslagen flarden, maar pakt dan nieuwe, aangrenzende ideeën. Ook hier weer is het van belang dat je heel flexibel bent en niet stug vasthoudt aan oude ideeën.”
Ontspanning, nergens aan denken en flexibiliteit, daar gaat het dus om. Ik denk dat daarom tijdens een wandeling de mooiste ideeën ontstaan