University

Als ik in Amerika zou wonen, zou ik mijn kinderen met veel plezier naar de University of Southern California sturen. Wat een prachtige campus, wat een relaxte sfeer, wat een interessante studies.
We kregen een rondleiding van Suzan Kameie, managing director van het Spatial Sciences Institute. Alles zag er zo verzorgd uit: de gebouwen, de fonteinen, de studieruimtes, het gras, de winkels en  restaurants op de campus. Suzan vertelde dat de studenten dit verwachten. Voor minder komen ze niet. Ze betalen daarvoor uiteraard enorm veel studiegeld. De overheid draagt maar beperkt bij.
Het leek wel of Suzan een commercieel bedrijf runde. Alles gericht op het binnenhalen van fondsen en studenten. Uiteraard met een zeer aantrekkelijk en eigentijds studieprogramma.
Het contrast tussen de rijke campus en de arme omgeving was helaas enorm. Ik hoorde dat Los Angeles 60.000 daklozen heeft. Het zal je niet verwonderen dat je daar op de campus niets van merkt.

Dana Point

Op reis door California zie ik heel wat stereotypen. Zesbaans snelwegen in slechte staat vol met files en te grote auto’s. Heel veel dezelfde fastfood restaurants met enorme burgers, taco’s en pizza’s. Immense winkelcentra met eindeloze parkeerplaatsen. En heel veel “How are you doing? Fantastic, great, wonderful!”. Groot, groter, grootst.
Groot, groter, grootst geldt ook voor de natuur. Ik heb wonderschone heuvels, canyons, meren, bomen en planten gezien.
Zeer onder de indruk was ik van Dana Point onder Los Angeles. Prachtige stranden, hoge kliffen, een helderblauwe oceaan, strandvogels, schitterende huizen tot bijna aan zee.
Heel bijzonder vond ik enkele parken die overliepen in het strand. Met bloemen, palmen, cactussen, knalgroen gras en aantrekkelijke picknickbanken en parasols. Zo goed verzorgd allemaal. In deze parken vierden Amerikaanse families hun vrije Paaszondag. Eten, drinken, spelletjes doen, veel praten en zo nu een duik in zee. Paradijs op aarde. Dat is ook Amerika.