Op reis door California zie ik heel wat stereotypen. Zesbaans snelwegen in slechte staat vol met files en te grote auto’s. Heel veel dezelfde fastfood restaurants met enorme burgers, taco’s en pizza’s. Immense winkelcentra met eindeloze parkeerplaatsen. En heel veel “How are you doing? Fantastic, great, wonderful!”. Groot, groter, grootst.
Groot, groter, grootst geldt ook voor de natuur. Ik heb wonderschone heuvels, canyons, meren, bomen en planten gezien.
Zeer onder de indruk was ik van Dana Point onder Los Angeles. Prachtige stranden, hoge kliffen, een helderblauwe oceaan, strandvogels, schitterende huizen tot bijna aan zee.
Heel bijzonder vond ik enkele parken die overliepen in het strand. Met bloemen, palmen, cactussen, knalgroen gras en aantrekkelijke picknickbanken en parasols. Zo goed verzorgd allemaal. In deze parken vierden Amerikaanse families hun vrije Paaszondag. Eten, drinken, spelletjes doen, veel praten en zo nu een duik in zee. Paradijs op aarde. Dat is ook Amerika.