De zon en de wolken volgen elkaar vandaag snel op. Het is ideaal weer om in de tuin te werken. (Vandaag ben ik de enorme onkruid graspollen uit de bloementuin aan het spitten. Daarmee vul ik de gaten uit onze zandweg op die de afgelopen winter ontstaan zijn. Heel circulair.)
De zon is zo fel, dat zonnebrandcrème nodig is. Zonnebrandcrème, een veelbesproken product in ons gezin. De vrouwen zijn altijd op zoek naar de beste zonnecrème. Het moet goed beschermen, natuurlijke grondstoffen bevatten, niet wit maken en niet prikken in de ogen. Hoeveel merken ze al niet geprobeerd hebben? Ik maak me hier allemaal niet zo druk om. Ik gebruik gewoon factor 30 van de Lidl. En wat is het een feest om die crème in de lente weer te gebruiken. Elke keer als ik de geur van deze zonnebrandcrème ruik, herinner ik me een vakantiedag uit het verleden. Vanmorgen was dat een stranddag in Bretagne. En net was het lekker surfen in Caparica. Heerlijk hoe je neus kan meehelpen om mooie herinneringen op te halen.
Vakantie
Vakantie
Yes, het is vakantie!
Mijn eerste vakantie sinds de kerstdagen. Ik neem me vaak voor om eens een weekje tussendoor vrij te nemen, maar het komt er niet van.
De aanloop naar de vakantie is iets raars. De afgelopen week heb ik als een gek gewerkt om alles af te krijgen. Doodvermoeiend. Nog twee presentaties gegeven, bezoekverslagen gemaakt, afspraken gepland voor na de vakantie, de stapel werk werd maar niet kleiner. Gisteren nog laat bezig en tijdens de bandrepetitie kon ik mijn ogen niet open houden.
En dan is het opeens zaterdag en is er niets meer. Het hoofd gaat nog een tijdje door, maar alles is klaar. Een lege dag. Het was misschien gezonder geweest om nog wat taken vandaag af te maken, maar zo werkt het niet. Als het vakantie is, moet het werk gedaan zijn. Kost wat het kost.
Ik verveel me zelfs een beetje. Maar dat is ook vakantie. Lekker weer eens tijd voor een 150Max-berichtje.
Kerstpakket
Het is duidelijk de week voor de kerstvakantie. Ik zit veel in de trein en zie overal mensen met kerstpakketten. De NS zou in deze week wel een extra bagagetrein kunnen inzetten. Vandaag zag ik een meisje met een hele grote doos, mooi ingepakt met rood papier vol groene kerstbomen. De doos paste niet in het bagagerek, dus moest ze hem op schoot houden.
Veel mensen hebben de inhoud van hun kerstpakket in een plastic tas gedaan. Ik zie tenminste meer supermarkttassen dan anders. Best jammer eigenlijk, want deze mensen hebben niet meer dat spannende moment thuis waarin het kerstpakket wordt uitgepakt.
Wij mochten van onze werkgever kiezen voor een Bierpakket, een Ritualspakket of een schenking aan een goed doel. Ik was verbaasd hoeveel mensen hebben gekozen voor een Ritualspakket. Ook de mannen. Blijkbaar willen ze thuis hun vrouwen verrassen. Wat is de kerst toch een mooie periode.
EasyHotel
Je kent ze vast wel, budget airlines als Ryanair en easyJet. Goedkope vluchten, goedkope uitstraling, krap zitten in het vliegtuig en voor elk extraatje meer betalen.
Deze week mocht ik overnachten in de hotelvariant van easyJet, easyHotel. Niet goedkoop, maar verder heel vergelijkbaar met hoe het gaat met de vliegreizen.
Oranje stoeltjes in de ontvangsthal, extra betalen voor het ontbijt, lange rij voor de lift naar boven.
Het gebruik van de strijkbout was weliswaar gratis, maar ik moest hem bij de balie ophalen en een strijkplank was er niet. Ik mocht strijken op het kreukelige laken van het bed. Echt strak werd mijn overhemd niet.
De hotelkamer was piepklein. Er stonden twee smalle eenpersoonsbedden over de volle breedte van de kamer. Om bij het ene bed te komen, moest je over het andere bed heen klimmen. Ik zou eerst met een collega in de kamer slapen. Gelukkig ging dat niet door. Met z’n tweeën overnachten in zo’n krappe hotelkamer is not so easy.
Weer terug
Als ik het kantoor binnenstap, heb ik wel een blij gevoel. Het is de eerste werkdag na de vakantie. Ik word enthousiast begroet door mijn collega’s. Al op de gang beginnen de gesprekken over de vakantie.
Mooi weer gehad? Waar ben je geweest? Gekampeerd? Een huisje? Lekker gesurfd? Lekker gegeten? Lekker uitgerust? Lekker?
Ik hoor dat het op kantoor rustig is geweest. Lekker achterstallig werk afgerond.
Na een half uurtje zit ik eindelijk achter mijn beeldscherm. Kop thee erbij en eerste mails checken. Al snel weer uitgebreid in gesprek met kamergenoten over de vakantie. Nu vooral ook over de vakantie-ervaringen van de collega’s. Veel lekker.
Weer een paar mails doornemen. Eerst nog maar eens een rondje door het bedrijf. Hoe was de vakantie?
Later de ochtend gelukkig een afspraak.
Weer een paar mails. Moeilijke vragen parkeren. Even naar buiten.
’s Middags weer veel mails. Helaas geen afspraken. Om een uur of drie kan ik niet meer. Vroeg naar huis. In de trein val ik in slaap. Thuis uitgeput op de tuinstoel met een zak chips. Bah, werk.
Duikje in het kanaal? Duikje in het kanaal. Heerlijk, net vakantie.
Morgen gaat het beter.
Vakantieherinneringen
Vanavond voor de laatste keer samen gegeten deze vakantie. Mooi moment om even terug te kijken. We vonden het best moeilijk om ons meteen alles te herinneren van de vakantie. In vier weken gebeurt heel veel, zeker als je op verschillende plekken verblijft.
Uiteraard kwamen eerst de spectaculaire dingen naar boven, zoals de steek door de prikvis, het zwemmen onder de waterval en het bezoek aan Parijs.
Toen we wat meer gingen nadenken, konden we voor iedere dag weer terughalen wat we gedaan hadden. De tochtjes, zwemplekken, wandelingen, dorpen en steden, terrasjes, markten, bezienswaardigheden, winkels. Vooral de doe-dingen.
Toen we ons vervolgens afvroegen waarom de vakantie zo leuk was, kwamen voor een deel deze doe-dingen weer naar boven. Maar nu juist ook andere dingen zoals elke dag samen eten ’s ochtends, ’s middags en ’s avonds, de eindeloze spelletjes Duizenden en Wie Ben Ik en het meezingen met de Spotify vakantiespeellijst. Vooral het met elkaar zijn, vonden we leuk. Blijkbaar moet je daarvoor naar Frankrijk.
Supreme
Ter afsluiting van de vakantie zijn we nog een paar dagen in wereldstad Parijs. In een wereldstad zijn wereldwinkels van wereldmerken. Merken die onbetaalbaar zijn, maar wel supervet. Tenminste in de ogen van mijn vijftienjarige zoon. Supreme is zo’n merk. Hype beasts smullen ervan. Ik schreef er al over tijdens ons bezoek aan Londen.
Op Internet hebben we van te voren gezien dat veel hype beast winkels op zondag gesloten zijn, maar Supreme lijkt open. Helaas is dit niet het geval. Wereldmerk Supreme zit in een klein winkeltje waarvan de etalageramen helemaal zijn afgeplakt. Tot het einde van de zomer gesloten.
Het had ons een flinke wandeling gescheeld als we dit eerder hadden geweten. Maar niet alleen ons, vele anderen ook. We blijven even staan bij de winkel om foto’s te maken van het prachtige Supremelogo. En terwijl we daar staan, komt de ene na de andere geïnteresseerde. Veel ouders met vijftienjarige zoons zoals wij. Maar ook enkele echte hype beasts. Doordat de Supremewinkel gesloten is, krijgen zij alle aandacht. Net als de vintagewinkel aan de overkant, die loopt als een tierelier.
Prikvis
Het strand van Bretagne is geweldig. Ongerept, rustig, elke keer anders door verschillen eb en vloed, volop mogelijkheden voor watersport.
Er zijn twee kanttekeningen.
Het eerste is niet uniek voor Bretagne, maar wel vervelend. Het zijn de mannen die hun handdoekje twee meter van onze strandplek uitspreiden en dan heel subtiel naar mijn dochters gaan gluren. Het kan echt het strandplezier bederven. Soms helpt het om opvallend boos terug te gluren. Maar vaak blijven ze loeren en is het enige wat je kan doen een scheidingsmuur maken van parasols en tassen. Of vertrekken natuurlijk.
Een ander minpuntje is de Poisson de Vive. Dit is een vis die zich ingraaft in het zand onder water en prikt met een giftige stekel als hij zich bedreigd voelt. Dit gebeurt niet vaak, maar mijn zoon had pech. Het doet veel pijn wat een paar uur tot dagen kan duren. Om er onmiddellijk iets aan te doen, kan je een warmtebron boven de steek houden om het gif te vernietigen. Ik ging als niet-roker bij de andere strandgasten om een aansteker vragen, maar niemand had een ascenseur voor me. Logisch want een ascenseur is een lift. Jammer toch dat gebrekkige Frans. Uiteindelijk begreep iemand dat ik een aansteker bedoelde en hebben we de pijn iets kunnen verlichten. Na een uurtje kon mijn zoon weer hinkelen. Zwemmen durfde hij even niet meer.
Vannus
Ik ben een liefhebber van landkaarten. Van die papieren kaarten die je uitbouwt op tafel om in één blik een heel land te zien. En dan de zomervakantiebestemmingen opzoeken en ontdekken hoe je het beste van de Pyreneeën naar Bretagne rijdt.
Maar wat ben ik ook blij met de electronische routeplanners. Want dan blijken er opeens veel snellere routes tussen de Pyreneeën en Bretagne dan ik had bedacht. Bovendien past de routeplanner de route aan afhankelijk van de verkeersdrukte, zodat je altijd zo snel mogelijk op je bestemming bent. Of in ieder geval dat gevoel hebt.
Routeplanners kunnen veel plezier geven, maar ook verwarring. Doe maar eens tegelijkertijd de Toyotarouteplanner aan met twee keer Google Maps op de telefoon. Ze praten door elkaar en geven allemaal net verschillende aanwijzingen.
Verwarrend is ook hoe de Google Maps dame de Franse plaatsnamen uitspreekt. Fonetisch op z’n Nederlands. Doe je zelf zo je best om een stadje als Vannes (prachtig trouwens) zo Frans mogelijk uit te spreken, komt er “vervolg deze weg richting Vannus” uit de luidspreker.
Bosmaaier
Terwijl ik dit stukje aan het schrijven ben, hoor ik drie bosmaaiers. Best veel voor een dorp van nog geen vijftien huizen.
O, wat is het zeurderige, doordringende en harde geluid irritant.
Het lijkt alsof de bosmaaier het favoriete gereedschap van de Fransen is. De afgelopen dagen hoor ik overal bossmaaiers. Soms snap ik de functie heel goed. Overmorgen is hier het jaarlijkse dorpsfeest en dan moet er een plek struikvrij gemaakt worden voor de feesttent. Ook moet het kerkhof er goed bij liggen natuurlijk. Maar bij de oevers van de Tarn, het stuwmeer of bovenop de berg, zie ik niet meteen het nut van de bosmaaier. En ook al is dat nut er wel, het geluid blijft heel irritant. Zeker als je rustig op vakantie bent.
Zou het een teken zijn dat ik zelf zo’n bosmaaier moet kopen thuis? Ik stel dit al een paar jaar uit, maar ik weet dat mijn buren het zeer zouden waarderen als het gras onder het hek wat korter is.
Stuwmeer
Het stuwmeer van Villefranche-de-Panat is niet zo groot, maar het heeft wel een plage municipal, een gemeentestrand.
Het strand is een groen grasveld zonder zand. Het heeft een speeltuintje voor de kinderen, een verhuurcontainer met een paar kano’s, een klein drijvend ponton om elkaar in het water te duwen, een cafetaria met ijsjes en bier en een watervliegtuig wat aan het oefenen is hoe je moet landen en stijgen.
Het lawaaierige vliegtuig past niet echt bij dit rustieke stuwmeer. Dat geldt eigenlijk ook voor de baywatch, die je eerder in California zou verwachten met zijn spierballen, baard en tattoo. De baywatch kan heel goed op zijn handen lopen en zelfs op zijn handen van het ponton afspringen. Ik ben erg onder de indruk.
De baywatch maakt vast liever indruk op leuke, jonge meisjes. Maar leuke, jonge meisjes kent het stuwmeer van Villefranche-de-Panat niet.
Dromen, durven, doen
Een prima vakantieboek is “Dromen, durven, doen” van Ben Tiggelaar. Het boek biedt een aanpak voor succesvol veranderen. Leuk voor de zelfreflectie tijdens de vakantie. Waar ben ik tevreden over, wat wil ik anders, hoe ga ik dat bereiken?
De kern van het boek is dat we ons automatische, onbewuste gedrag moeten aanpassen om echt iets te veranderen.
Tiggelaar onderscheid drie fasen.
Tijdens Dromen bepaal je wat de beste versie van jezelf is die je wilt worden. Je vertaalt je doelen naar concrete gedragsintenties.
Tijdens Durven bereid je je voor op de crisissituaties die het concrete nieuwe gedrag kunnen ondermijnen.
Tijdens Doen ga je aan de slag en meet je de vorderingen en beloon je je gewenste nieuwe gedrag.
Samen met het gezin bedacht ik het volgende toepasselijke voorbeeld:
Dromen: Ik wil veilig autorijden in de bergen. Daarvoor wil ik minder om mij heen kijken.
Durven: Ik reageer niet meer op uitroepen in de auto als “kijk rechts, een mooi diep dal”.
Doen: Als dit drie keer is gelukt, krijg ik een ijsje. Jippie.
Pianomuseum
In Limoux is het Musée de Piano, het enige pianomuseum van Frankrijk. Misschien wel het enige pianomuseum ter wereld.
Het museum is gesitueerd in een oude kerk en bevat zo’n honderd piano’s en vleugels. Bijna allemaal instrumenten van Franse pianobouwers uit de negentiende eeuw. Vooral de Pleyels zijn goed vertegenwoordigd.
Wij hebben thuis ook een Pleyel, dus wij verheugden ons op het museum.
Het viel een beetje tegen.
De piano’s en vleugels stonden kris kras door elkaar zonder enige logica of uitleg. Veel van de instrumenten vielen van ouderdom bijna uit elkaar.
De enige vleugel die blijkbaar zo nu en dan bespeeld werd, was een Steinway. Best gek voor dit Franse museum.
Mijn zoon popelde om zelf even te spelen. Niet raar na een vakantieweek geen toets te hebben aangeraakt en in deze zaal vol vleugels. Het mocht niet.
Het Musée de Piano gaat niet mee in de museumtrend dat je meer leert door iets te doen, dan alleen maar door te kijken.
Jump
Tijdens het vakantieontbijt bespraken we hoe jammer het is dat mensen het onbevangen spelen verliezen als ze ouder worden. Natuurlijk spelen volwassen heus nog wel eens, maar dan denk ik al snel aan voetballende, fietsende of Harley-rijdende mannen en voor je het weet is dat heel serieus.
Het vrije, blije, fantasierijke spelen is echt iets voor kinderen. Dat geldt voor zowel jonge als puberende kinderen.
Vandaag een staaltje vrij en blij spelen meegemaakt in de rivier. De ijskoude Sals waar ik eerder over berichtte.
Springen, duiken, duwen, trekken, gillen, lachen, alles kwam langs in de en rond de rivier. En elkaar uitdagen uiteraard. De rotsen werden steeds hoger waar vanaf werd gesprongen. De aanlopen steeds langer.
Ik merkte dat het spelen me niet zo goed afgaat, maar het uitdagen helemaal niet. Ik vond het doodeng wat de kinderen daar steeds hoger deden. Mijn waarschuwibgen werden natuurlijk hard weggelachen.
Op een gegeven moment heb ik me omgedraaid en mijn ogen dicht gedaan. Te spannend. Voor de kinderen werd het steeds leuker.
Zout water
De afstanden in de Corbieres zijn kort, de reistijden lang. De routeplanner geeft overal een maximum snelheid aan van 90 km/u, maar veel sneller dan 40 km/u lukt niet op de kronkelende bergweggetjes.
We genieten van de vergezichten, maar turen vooral in de diepte. Is het snelstromende riviertje daar beneden zwembaar? Als dat zo is, stoppen we onmiddellijk, zoeken een parkeerplaatsje waar we niet naar beneden storten, klauteren de berg af, kleden ons uit en plonsen het ijskoude water in. Heerlijk.
Vandaag vonden we een waterval met diep uitgeslepen gaten om in te duiken. Een wereldwonder.
Het water smaakte zout. Ah, daarom heet die rivier Sals. Waar komt dat zout vandaan? Om de bron te vinden moesten we van de weg af was onze overtuiging. We strandden helaas in een onbegaanbaar bos. Terug naar de weg bleek de bron gewoon met borden aangegeven. Na nog een stukje kronkelen met de auto, een duikje in het steeds smallere stroompje, een flinke wandeling omhoog, kwamen we bij de bron. Zout water wat gewoon uit de berg stroomt.